Hieronder een greep uit de verschillende rassen die in de groep van Lopende honden en Zweethonden zijn ingedeeld.
Alpenländische Dachsbracke
American Foxhound
Ariégois
Basset *
Bayerischer Gebirgsschweisshund
Beagle *
Berner Laufhund
Billy
Black and Tan Coonhound
Bloedhond
Briquet Griffon Vendéen
Drever
Duitse Brak
English Foxhound
Erdélyi Kopo
Finse Brak
Français Blanc et Noir
Er zijn verschillende soorten van dit ras – de naam wordt bepaald door de afkomst.
De Basset Artésien Normand (ook wel Franse Basset) vindt zijn oorsprong in Frankrijk (regio’s Normandië en Artois). Van origine is hij een meutehond. Hierdoor heeft hij het talent om goed met andere honden om te kunnen gaan. Hij heeft een zeer sociale instelling. Een echte allemansvriend. De Franse Basset is voortgekomen uit de Basset d’Artois, een eeuwenoud ras, ingezet voor de jacht op klein wild. Met zijn korte benen is hij niet snel en daardoor geschikt voor de jacht te voet.
Basset Blue de Gascogne
Afkomstig uit Gascogne aan de Franse zuidwestkust. Hond van het klassieke Franse type; is de laagbenige versie van de Grand Bleu de Gascogne en een gewaardeerde jachthond; is daarnaast geliefd wegens zijn vriendelijke karakter.
Basset Fauve de Bretagne
Een kleine, levendige meutehond afkomstig uit Bretagne in Frankrijk. Korter van rug gefokt dan andere bassets omdat hij vooral geschikt moest zijn om in heuvelachtig en dicht bebost gebied te jagen. Toch in alle opzichten een echte basset; sterk, levendig en ondernemend van aard. Als huishond vriendelijk en zachtaardig.
Basset Hound
Een uit Engeland afkomstige laagbenige, substantievolle jachthond, evenwichtig en krachtig van bouw met een groot uithoudingsvermogen. Jaagt op de neus. Kenmerkend is de matig losse huid en het enigszins zorgelijke uiterlijk; is bekend om zijn milde en vriendelijke karakter.
Basset Artésien Normand
Een verschijning met allure; alsof hij zo uit een schilderij is gestapt. Hij heeft een prachtig adellijk hoofd, gesierd met lange soepel vallende oren. Zijn sprekende ogen en vriendelijke blik geven hem een zachte uitstraling. Een lage, stevige hond met een gestrekte bouw. Glanzende, kortharige vacht, meestal driekleur. Zijn schofthoogte ligt tussen de 30 en 36 cm. Een volwassen Basset weegt circa 18 kilo. Hij wordt gemiddeld 13 jaar oud, maar 15 jaar is geen uitzondering.
Basset Blue de Gascogne
Tamelijk zwaar gebouwde, laaggestelde hond met een brede, diepe borst. De voorbenen zijn sterk en gespierd en bij voorkeur recht. Het hoofd is lang en vrij smal met een lange, licht gebogen neusrug en laag aangezette, dunne oren die in plooien afhangen.
De vacht is dicht ingeplant en niet te fijn van structuur; blauw met meer of minder verspreide zwarte vlekken, met of zonder mantel; boven de ogen lichte of donkere tankleurige vlekjes: tankleur ook op wangen, lippen, aan de binnenzijde van de oren en op de ledematen.
De schofthoogte van de Basset bleu de Gascogne ligt tussen de 35 en 40 cm. Het gewicht varieert van 20 tot 25 kilo.
Basset Fauve de Bretagne
Een tamelijk laagbenige, krachtig gebouwde Basset met een brede en diepe borst; de voorbenen zijn kort en zwaar, bij voorkeur recht maar licht gebogen is toegestaan; de oren zijn op ooghoogte aangezet en reiken met moeite tot de neusspiegel.
De vacht is hard, droog en tamelijk kort, nooit wollig of gekruld. Rossig van kleur, van goud-tarwekleurig tot steenrood.
De schofthoogte van de Basset Fauve de Bretagne ligt tussen de 30 en 40 cm. Het gewicht varieert van 15 tot 20 kilo.
Basset Hound
Een kortbenige hond met veel massa en zware botten, de voorbenen staan licht naar binnen gebogen. Opvallend is de lange, diepe romp met vooruitstekend borstbeen; het hoofd heeft een losse huid met rimpelvorming en laag aangezette, lange, dunne oren die naar binnen draaien.
De vacht is kort, dicht en glad; driekleurig: zwart, wit en rood, of tweekleurig: rood en wit, maar in principe is iedere erkende brakkenkleur toegestaan.
De schofthoogte van de Basset Hound ligt tussen de 33 en 38 cm. Het gewicht varieert van 25 tot 35 kilo.
De Bassets zijn van oorsprong een meutehond. Dat geeft hem een vriendelijk, vrolijk en sociaal karakter. Hij is een echte gezinshond, zeer aanhankelijk, dol op kinderen, een allemansvriend. Hij heeft een goede reukzin, onvermoeibaar, gehoorzaam en gemakkelijk af te richten. Thuis is hij een rustige kameraad, buiten is hij levendig. Hij heeft geen spoor van nervositeit in zich. Door zijn talent om zelfstandig als ‘lopende hond’ te werken, kan hij wat eigenzinnig zijn. Dat is ook één van zijn charmes. Een consequente en vriendelijke opvoeding in combinatie met zijn grote genegenheid voor zijn baas maken hem tot een gehoorzame huisgenoot. Hij is schrander en leert spelenderwijs. Echter, slaafse gehoorzaamheid past niet bij hem. Een strenge aanpak zal zijn fierheid krenken. Dagelijks een flinke wandeling vindt hij heerlijk.
De oorsprong van de Beagle ligt niet in Engeland of Amerika, maar vermoedelijk in Griekenland, waar 433 v.Chr. de Griekse schrijve Xenophon al schrijft over kleine honden met lange oren, die op de neus jagen op hazen en konijnen en daarbij luid geven. Zijn oorspronkelijke functie is jagen, voornamelijk op haas. De Beagle is gewend te jagen in grote meutes of ‘packs’. Is als gezelschapshond actief, moedig en vriendelijk.
Een kleine, stevige en compact gebouwde hond zonder enige vorm van grofheid met een sterke, rechte rug en diepe borst. De benen zijn recht met dik rond bot. Het hoofd is vrij lang en middelmatig breed met een duidelijke stop; de oren zijn dun en tamelijk lang. De staart is opvallend stevig en wordt vrolijk gedragen.
De vacht is kort en dicht; iedere erkende brakkenkleur behalve leverkleur, de staartpunt altijd wit.
De schofthoogte van de Beagle ligt tussen de 30 – 40 cm. Het gewicht varieert van 10 – 20 kilo.
Moedig, actief en vastberaden met een grote jachtpassie en een uitstekende reukzin. Als huishond vrolijk, vriendelijk en aanhankelijk.
Vermoedelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Gezien zijn goede speur- en uithoudingsvermogen waarschijnlijk met een jachthondenachtergrond.
Aparte combinatie van een klassiek postuur, een uitzonderlijk vachtpatroon en een levendig en opgewekt karakter. Sterke, gespierde maar nooit grove of lompe verschijning met als uniek kenmerk het vlekkenpatroon in de vacht.
Ze hebben kort, hard, dicht, glad en glanzend haar. Op een zuiver witte grondkleur ronde, goedomlijnde en evenredig verdeelde zwarte of leverkleurige vlekken. Op hoofd, staart en benen van een kleinere maat dan die op het lichaam.
De schofthoogte van de Dalmatische Hond ligt bij de reuen tussen de 56 en 62 cm en bij de teven tussen de 54 en 60 cm. Het gewicht ligt gemiddeld rond de 30 kg.
Een vrolijke, opgewekte, extraverte hond met een redelijk sterke wil, die graag temidden van het gezin leeft.