Groep 8

RETRIEVERS, SPANIELS & WATERHONDEN

Hieronder een greep uit de verschillende rassen die in de groep van de Retrievers, Spaniels & Waterhonden zijn ingedeeld.

Amerikaanse Water Spaniel

Barbet *

Clumber Spaniel

Ierse Water Spaniel

Nova Scotia Duck Tolling Retriever

Perro De Agua Espanol

Sussex Spaniel

AMERIKAANSE COCKER SPANIEL

herkomst

Een in Amerika uit Engelse Cocker Spaniels gefokte jachthond, die zich vooral onderscheidt van de Engelse Cocker Spaniel in lichaamsbouw, hoofd en beharing. Waar de stamvader van de Engelse Cocker Spaniel Obo is, een in 1879 geboren reu, stammen de Amerikaantjes van Obo II, die in 1880 naar Amerika ging. De Cocker Spaniel werd in 1883 in Amerika erkend, maar pas in 1946 erkende de Amerikaanse Kennel Club de Engelse en Amerikaanse Cocker als aparte variëteiten en kregen beide rassen een eigen standaard.

ras

Stevig en compact lichaam met een sterke, licht aflopende ruglijn. Het hoofd is fijn besneden en edel en heeft een duidelijke stop. De ogen zijn rond en vol en hebben een intelligente en vragende uitdrukking. De oren zijn lang en lobvormig.

De vacht is op het hoofd kort en fijn, op het lichaam lang met voldoende ondervacht. De vacht moet zijdeachtig, glad of licht golvend en niet te overvloedig zijn. De kleuren zijn o.a. eenkleurig zwart, bruin, blond tot rood, zwart of bruin met tan-aftekening en bont: wit met zwart, wit met bruin en wit met rood, ook met tan-aftekening (driekleur).

De schofthoogte van de Amerikaanse Cocker Spaniel ligt tussen de 35 en 40 cm. Het gewicht is gemiddeld 10 kilo.

Karakter

Past zich gemakkelijk aan, intelligent, gehoorzaam, levendig. Vrij en vrolijk, gelijkmatig van karakter, zonder een zweem van angst.

BARBET

HERKOMST

De Barbet (uitspraak barbè) of Franse waterhond, bestaat al eeuwenlang, maar verwierf pas sinds het einde van de 20e eeuw meer bekendheid buiten Frankrijk. De Barbet dankt zijn naam aan zijn baard (barbe is Frans voor baard). Zeer oud ras waaruit, naar men vermoedt, de Poedel is ontstaan. De populariteit van de Poedel droeg bij aan de terugloop van de Barbet. Waar het ras oorspronkelijk gewaardeerd werd om zijn kwaliteiten bij de jacht op waterwild, wordt hij tegenwoordig ook gewaardeerd om zijn kwaliteiten als fijne huishond en om zijn hypoallergene vacht.

ras

De Barbet is een middelgrote, goed gebouwde hond met een rustieke uitstraling. Raskenmerken zijn: een lichaam langer dan hoog, korte en hoekige snuit, ronde en brede schedel met stop, dikke gepigmenteerde lippen, grote neus, snor en baard, schaargebit, grote ronde ogen en laag aangezette oren, korte krachtige hals, stevige rug met rechte bovenlijnen brede ronde borst, brede poten en voeten, dikke huid, mooie staart met crochet, soepel gangwerk, lange en gekrulde vacht. 

 

De vachtkleuren zijn: zwart, grijs, kastanje, fawn of zandkleurig, wit en meer of minder bont; alle schakeringen met bruin en zandkleur zijn toegestaan.

 

De schofthoogte van reuen is 58 – 65 cm, voor teven is dit 53 – 61 cm. De gemiddelde levensverwachting ligt tussen de 10 en 14 jaar.

KARAKTER

De Barbet is een uitgesproken vrolijke, vriendelijke, evenwichtige en leergierige hond.

Hij heeft veel beweging nodig en is niet graag lang alleen. Dankzij zijn sociale, vriendelijke en vrolijke karakter gaat de Barbet goed met andere honden om. De Barbet leert betrekkelijk makkelijk en snel, maar om het geleerde te laten beklijven is wel geduld nodig. Hij is een heerlijke gezinshond en zeer aanhankelijk. De Barbet heeft zeker nog de jachtpassie, maar dan moet het wel van meet af aan gestimuleerd worden. Houdt van water en is een goede zwemmer.

VERZORGING

Voor de Barbet geldt dat hij ook geschikt kan zijn voor mensen die allergisch zijn voor hondenharen, omdat de vacht niet verhaart. De vacht heeft wel wekelijks onderhoud nodig. Het haar heeft de neiging te gaan klitten. Regelmatig borstelen (zeker eens per 2 weken) is dan ook een “must”. Tenzij je het haar van jouw Barbet heel lang wil laten groeien, dient de vacht gemiddeld eens in de drie tot vier maanden te worden ingekort. Dit kan bij de trimmer, maar je kunt natuurlijk ook leren hoe je dit moet doen zodat je zelf jouw Barbet kan trimmen.

DUITSE WACHTELHOND

HERKOMST

Zeer oud Duits ras, dat al eeuwen bestaat en nog steeds gebruikt wordt om het wild uit de dekking op te stoten. De eerste honden waren bruin (soms met witte aftekeningen) en wit met bruin, soms ook met tan aftekeningen op hoofd en benen. Later kwamen er ook bruinschimmels. Rudolf Friess, die gedurende een lange periode veel invloed heeft gehad op de fokkerij, introduceerde de kleurensplitsing tussen de eenkleurig bruine en bruinschimmel honden waardoor hij, ondanks de smalle fokbasis, het ras vrij wist te houden van inteeltproblemen. De kleurensplitsing had ook te maken met de onderling verschillende geaardheid van de honden. De bruine honden werkten voor de voet en dreven het wild naar de geweren, terwijl de bruinschimmels meer terrein namen en meer geschikt waren om een spoor uit te werken.

RAS

Middelgrote, langharige, zeer gespierde jachthond met een adellijk hoofd en stevige botten. Hij is rechthoekig van model maar nooit hoogbenig.

 

De vacht is vlak aanliggend, meest gegolfd, soms gekruld (astrakan) of een gladde lange beharing met een dichte ondervacht. Het haar mag niet te lang, dun of zijdeachtig zijn. Goede bevedering aan benen, buik en staart, vaak een kraag.

 

De oren zijn bedekt met krullen of dicht gegolfd haar dat langer is dan het oor zelf. Tussen de tenen dicht maar niet te lang haar. Twee kleurvariëteiten: eenkleurig bruin of rood, vaak met witte of gespikkelde aftekeningen op borst en tenen, en bruinschimmel of roodschimmel, waarbij de grondkleur bruin of rood vermengd is met witte haren; vaak is het hoofd bruin of rood en zijn er platen of een zadel op de rug. Bij beide kleurvariëteiten kunnen tankleurige aftekeningen boven de ogen, op de wangen, benen bij de staart voorkomen.

 

De schofthoogte van de Duitse Wachtelhond ligt tussen de 45 en 55 cm. Het gewicht varieert van 20 tot 25 kilo.

KARAKTER

Levendige, gepassioneerde jachthond, vriendelijk, zelfverzekerd, heel volgzaam en inschikkelijk, niet nerveus of agressief.

ENGELSE COCKER SPANIEL

HERKOMST

Oorspronkelijk kwamen alle Spaniels onder één naam, Spaniels, voor, maar rond 1800 werd voor het eerst melding gemaakt van een “Cocker Spaniel”, die zijn naam vermoedelijk dankt aan de jacht op de woodcock (houtsnip). Grondlegger van het ras is Mr James Farrow, wiens reu Obo als stamvader van de Cocker Spaniel beschouwd kan worden. Het ras werd in 1902 in Engeland erkend.

RAS

Stevige, compacte hond, zeer evenredig gebouwd, met het kenmerkende, voortdurend kwispelende staartje. Goed ontwikkelde schedel en voorsnuit. Het adellijke hoofd heeft donkere ogen met een zachte, intelligente uitdrukking en lange oren.

 

De vacht is glad en zijdeachtig, nooit stug of gegolfd, met voldoende bevedering, maar niet te overvloedig en nooit gekruld. Kleuren: eenkleurig rood, zwart, chocolade al dan niet met tan-aftekeningen, bont in zwartwit, roodwit of chocoladewit al dan niet met tan-aftekeningen, en schimmel, wanneer in het wit gekleurde en witte haren bij elkaar liggen en een gemengde kleur of tint geven.

 

De schofthoogte van de Engelse Cocker Spaniel ligt tussen de 35 – 40 cm. Het gewicht varieert van 10 – 15 kilo.

KARAKTER

Levendig, opgewekt – een rasoptimist. Zeer nieuwsgierig van aard en door zijn intelligentie ontgaat hem niet veel. Heeft door zijn enorme energie veel beweging in de vrije natuur nodig.

ENGELSE SPRINGER SPANIEL

HERKOMST

De Engelse Springer Spaniel is een van de oudste spanielrassen. Van oorsprong is het een veelzijdige jachthond die wordt gebruikt om het wild op te stoten uit de dichte dekking. In het Engels noemt men dit “to spring the game” en hieraan heeft dit ras zijn naam te danken. Daarnaast is de Engelse Springer Spaniel ook een goede apporteur van het geschoten wild. Afgezien van zijn kwaliteiten als jachthond, is de Engelse Springer Spaniel ook zeer geschikt als gezelschapshond.

RAS

De Engelse Springer Spaniel heeft lobvormige oren en een dichte, weerbestendige vacht. De kleur van de vacht is leverkleurig en wit, zwart en wit, of elk van deze kleuren met een tan-aftekening. 

 

Halverwege de vorige eeuw is er een scheiding ontstaan tussen jacht- en showlijnen, waarna er in feite twee verschillende typen zijn ontstaan. De honden uit de showlijnen zijn over het algemeen iets groter en zwaarder dan de honden uit de jachtlijnen. Bovendien hebben de honden uit showlijnen iets langere oren die wat lager zijn aangezet.

 

De schofthoogte van de Engelse Springer Spaniel is ongeveer 50 cm. Het gewicht varieert van 20 – 25 kilo.

KARAKTER

De Engelse Springer Spaniel is een vrolijke en actieve hond. Zijn vriendelijke karakter zorgt ervoor dat hij lief is met kinderen en dat hij sociaal is in de omgang met andere honden. Het is een intelligente hond met veel “will to please” die wel een consequente opvoeding nodig heeft om zijn uitstekend ontwikkelde jachtinstinct in goede banen te leiden. Over het algemeen zijn de honden uit showlijnen wat rustiger van aard dan de honden uit jachtlijnen, maar voor beide typen geldt dat zij mentaal en fysiek voldoende moeten worden uitgedaagd zodat zij hun energie kwijt kunnen.

VERZORGING

Voor beide typen geldt dat het raadzaam is om regelmatig te controleren op klitten achter de oorschelp. Na een jachtdag of na een stevige wandeling door de bossen moet de vacht worden vrijgemaakt van achtergebleven takjes en moeten de voetzolen worden gecontroleerd op eventuele wondjes. Verder is een kam- of borstelbeurt op zijn tijd voldoende om de vacht op peil te houden. Vanwege hun overvloediger beharing en langere vacht is er bij honden uit showlijnen meer aandacht nodig voor hun vachtverzorging. Hun vacht zal af en toe getrimd moeten worden. 

FLATCOATED RETRIEVER

HERKOMST

De Flatcoated Retriever werd van oudsher gefokt als jachthond, om aangeschoten wild te apporteren. Omdat de honden elkaar veel tegenkwamen op jachtdagen, moesten ze ook sociaal van aard zijn. Tegenwoordig worden Flatcoated Retrievers in Nederland vooral gehouden als gezelschapshond.

RAS

De Flatcoated Retriever is een vrolijke, levendige en actieve hond. De vacht moet dicht zijn, van goede kwaliteit en zo glad mogelijk. Benen en staart moeten goed bevederd zijn. De kleur is zwart of leverkleurig. De schofthoogte van de Flatcoated Retriever ligt tussen 55 – 61 cm. Het gewicht varieert van 23 – 35 kilo. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 9-11 jaar.

KARAKTER

Van oudsher moesten Flatcoated Retrievers tijdens lange jachtdagen de hele dag lang aangeschoten wild apporteren en samenwerken met andere jachthonden. Hiervoor waren bepaalde eigenschappen nodig: uithoudingsvermogen, intelligentie, jachtinstinct en van water houden. De Flatcoated Retriever is een actief, intelligent en enthousiast ras dat heel veel beweging nodig heeft, maar vooral ook geestelijk moet worden beziggehouden. Het ras houdt van lange wandelingen en is gek op zwemmen. Daarnaast is het ras erg intelligent en leergierig en werkt het graag samen met zijn baas. Een flatcoated retriever vraagt dus veel tijd en aandacht, óók wanneer het baasje het druk heeft of juist even wil uitrusten op de bank. Krijgt de hond niet genoeg beweging en uitdaging, dan kan hij lastig worden. Ook het jachtinstinct van vroeger is vandaag de dag nog aanwezig in de flatcoated retriever. Dit betekent dat het ras graag apporteert, maar dat hij ook kan gaan jagen. De flatcoated retriever is een enthousiaste, aanhankelijke allemansvriend, maar kan met kinderen soms wat druk of onstuimig zijn. Het alleen zijn moet stap voor stap aangeleerd worden, gezien de sociale aard van de Flatcoat.

VERZORGING

De flatcoated retriever moet wekelijks geborsteld worden en eens per half jaar moeten de voeten en oren (en eventueel de hals) getrimd worden. Indien nodig moeten de nagels geknipt worden. Daarnaast is het belangrijk om de oren van de hond in de gaten te houden; omdat de flatcoated retriever van zwemmen houdt, heeft hij een wat grotere kans op oorontsteking.

VERZORGING

De flatcoated retriever moet wekelijks geborsteld worden en eens per half jaar moeten de voeten en oren (en eventueel de hals) getrimd worden. Indien nodig moeten de nagels geknipt worden. Daarnaast is het belangrijk om de oren van de hond in de gaten te houden; omdat de flatcoated retriever van zwemmen houdt, heeft hij een wat grotere kans op oorontsteking.

GOLDEN RETRIEVER

HERKOMST

De voorouders van de Golden Retriever zijn vermoedelijk een gele Retriever en een Tweed Water Spaniel, een inmiddels uitgestorven ras. Later werd nog gekruist met een Bloedhond en een rode Setter. Het ras werd in 1960 officieel erkend.

RAS

Symmetrisch gebouwde, levendige, krachtige hond met vaste gangen en een vriendelijke uitdrukking.

De vacht is vlak of golvend met goede bevedering en een dichte, waterbestendige ondervacht. Elke tint van goud tot roomkleur is toegestaan, maar niet rood of mahonie.

 

De schofthoogte van de Golden Retriever ligt tussen de 50 – 60 cm. Het gewicht varieert van 25 – 35 kilo.

KARAKTER

Zijn aanhankelijke, betrouwbare, gemoedelijke en vriendelijke aard maakt hem tot een bijzonder prettige huisgenoot. Hij is intelligent, vol zelfvertrouwen en graag bij de mensen. Wanneer hij voldoende beweging in de vrije natuur krijgt, is hij in huis een rustige hond.

VERZORGING

De Golden Retriever heeft een halflange, dubbele vacht die bestaat uit dekharen en wolhaartjes. Dit ras verliest dagelijks wat haren, maar in de ruiperiodes kan het haarverlies enorm toenemen. Op het kammen van het lange haar aan de achterpoten, de broek genaamd, en de staart na, wordt het borstelen van de vacht afgeraden. Tijdens een borstelbeurt worden er te veel wolharen verwijderd. De hond heeft zijn wol nodig om zijn temperatuur op peil te houden, zowel in de zomer als in de winter. In plaats van geborsteld te worden kan de Golden Retriever tijdens de ruiperiode behandeld worden in een trimsalon waar men de zogenaamde wassen/blazen methode toepast. Om te genieten van een mooi verzorgde Golden Retriever zullen, van tijd tot tijd, delen van de vacht ook wat moeten worden ingekort en/of in model worden geknipt met een effileerschaar.

LABRADOR RETRIEVER

HERKOMST

Aan het einde van de 18e eeuw kwamen in Newfoundland twee soorten zwarte honden voor: een grote, die “Newfoundlander” werd genoemd, en een kleinere, die “Labrador” of “St. John’s-hond” werd genoemd. Een Engelse jager nam aan het einde van de 18e eeuw vanuit St.John, Newfoundland, zo’n kleine zwarte hond mee naar Engeland. In de daaropvolgende jaren werden regelmatig honden vanuit Newfoundland naar Engeland meegenomen, waar het ras in 1903 erkend werd. Het Portugese woord “lavrador” betekent in het Engels “labourer”, dus arbeider, wat erop zou kunnen wijzen dat deze kleine, zwarte hond oorspronkelijk uit Zuid-Europa afkomstig zou zijn.

RAS

Sterk gebouwde, korte hond met een brede schedel, een brede borst en ribben, en een brede achterhand. De kenmerkende ‘otterstaart’ is middelmatig lang, zeer dik bij de aanzet en geleidelijk toelopend in een punt. Rondom bekleed met een korte dikke vacht, waardoor de staart de bijzondere ronde vorm krijgt.

 

De vacht is kort, dicht en zonder golf, vrij hard aanvoelend, met een weerbestendige ondervacht. Kleuren: zwart, geel of lever/chocoladekleurig.

 

De schofthoogte van de Labrador Retriever ligt tussen de 55 – 60 cm. Het gewicht varieert van 30 – 35 kilo.

KARAKTER

Intelligent, aanhankelijk en “the will to please” is ruim aanwezig. Vriendelijk, zonder een spoor van agressiviteit of angst. Is graag bij de mensen en is een prettige huisgenoot. Wanneer hij veel beweging krijgt in de vrije natuur, is het een rustige huishond, maar getraind als jachthond komt hij toch het meest tot zijn recht.

NEDERLANDSE KOOIKERHONDJE

HERKOMST

Een oud Nederlands ras. Van huis uit is het Kooikerhondje een werkhond: assistent van de kooibaas, bewaker van huis en erf, verdelger van muizen, mollen en ratten. Het is een lief, vrolijk en pittig hondje, attent en intelligent, dat graag voor de baas wil werken.

RAS

Het Kooikerhondje is een harmonisch gebouwd, oranje-roodbont jachthondje met vrijwel kwadratische lichaamsverhoudingen. De schofthoogte ligt tussen 35 – 40 cm. Afhankelijk van het geslacht en de grootte weegt een kooikerhondje 9-13 kilo. Hij heeft een middelmatige lange, goed aansluitende beharing. De oren die lang behaard zijn, worden tegen de wangen gedragen; zwarte haarpunten (oorbellen) zijn gewenst. Het Kooikerhondje heeft een bevederde staart met een witte pluim. Een Kooikerhondje wordt gemiddeld 10 – 14 jaar.

KARAKTER

Vrolijk, maar niet te luidruchtig, zeer op zijn omgeving gesteld, vriendelijk goedaardig en attent. In huis vertoont het Kooikerhondje een groot aanpassingsvermogen; op zijn tijd rustig en bescheiden, dan weer speels en bruisend van levenslust. Hij is goed waaks, maar slaat alleen aan als er reden voor is. Hij is gevoelig voor lawaai en harde woorden. Het is geen allemansvriend. Hij is aanvankelijk terughoudend tegenover vreemden, kinderen en andere honden. Afhankelijk van het temperament zal hij vluchten of grauwen als hij zich onzeker voelt. Heeft hij iemand geaccepteerd dan is er een vriendschap voor het leven gesloten.

Het gevoelige, intelligente Kooikerhondje heeft meestal geen harde stem of hand nodig maar wel een heel consequente aanpak en besliste leiding. Het is een werkhond, dat houdt in dat hij veel beweging nodig heeft.

VERZORGING

De vacht hoeft niet getrimd te worden en kan goed tegen vocht. Het onderhoud is gemakkelijk; geregeld borstelen met een goede haarborstel houdt de vacht in prima conditie en het huis redelijk haarvrij.

Sobere voeding, van goede kwaliteit, zorgt voor een slanke gespierde hond.

WELSCH SPRINGER SPANIEL

HERKOMST

Vanaf de 19e eeuw is de Welsh Springer Spaniel te vinden in de heuvels van Wales en staat daar bekend als een goede jachthond. De taak van de hond was om wild op te sporen en op te stoten, zodat het door de jager geschoten kon worden. In de jaren 50 is het ras naar Nederland gekomen.

RAS

De Welsh Springer Spaniel is een middelgrote hond met een gedrongen bouw, berekend op uithoudingsvermogen en hard werk. De vacht is halflang, zijdeachtig en altijd dieprood en wit. De hangende oren en donkere ogen geven het hoofd een zachte uitdrukking.

 

Reuen hebben een schofthoogte van ongeveer 48 cm en een gewicht van 22 – 25 kilo. Teven hebben een schofthoogte van ongeveer 46 cm en een gewicht van 19 – 22 kilo. 

 

De gemiddelde leeftijd van de Welsh Springer Spaniel is 11-12 jaar.

KARAKTER

Welsh Springer Spaniel is vriendelijk, alert, actief, intelligent en onvermoeibaar. Hoewel veel Welsh Springers blaffen wanneer er aan de deur gebeld wordt, zal bezoek over het algemeen met enthousiasme worden ontvangen. De Welsh Springer is dan ook zeker geen waakhond. Hij is een echte gezinshond en het gelukkigst als hij bij ‘zijn’ familie kan zijn. De meeste Welsh Springers kunnen het prima met kinderen vinden. Een nadeel van deze gehechtheid aan de familie is dat verlatingsangst regelmatig voorkomt. Dit kun je voorkomen door vanaf het begin af aan jouw pup te leren omgaan met alleen te zijn. Dit moet langzaam worden opgebouwd.

 

De Welsh Springer kan eigenwijs zijn en heeft daarom een consequente opvoeding nodig. Hij heeft een sportieve baas nodig, die bereid is om de hond veel beweging te geven, maar ook mentale stimulatie is van belang. De Welsh Springer is nog altijd een jachthond en je moet jouw pup aanleren om niet ongecontroleerd zijn neus achterna te lopen, of achter wild aan te gaan jagen.

VERZORGING

De vacht van de Welsh Springer Spaniel moet ongeveer 4 keer per jaar worden getrimd. Dit kun je door een professionele trimmer laten doen, maar het is ook zelf te leren. Regelmatig
borstelen zorgt ervoor dat de hond er netjes uit blijft zien. Dit is tevens een goede gelegenheid om de hond na te kijken op klitten, teken en vlooien. Kijk ook de oren regelmatig na en maak ze indien nodig schoon. Veel Welsh Springers zwemmen graag en zullen modder niet vermijden. De vacht is zelfreinigend en wanneer de hond opdroogt, zal de meeste modder uit de vacht vallen en op de vloer belanden.

Winkelmandje0
Uw winkelmandje is leeg!
Verder winkelen
0