Hieronder een greep uit de verschillende rassen die in de groep van herdershonden en veedrijvers zijn ingedeeld.
Australian Kelpie
Australian Stumpy Tail Cattle Dog
Beaceron
Belgische Herdershond, Groenendaeler *
Belgische Herdershond, Laekense herder
Belgische Herdershond, Mechelse herder*
Belgische Herdershond, Tervuerense herder *
Bouvier des Ardennes
Bouvier des Flandres
Briard
Hollandse Herdershond (lang-,kort-,ruw haar)
Hrvatski Ovcar
Lancashire Heeler
Nederlandse Schapendoes
Old English Sheepdog
Pumi
Saarlooswolfhond
Schotse Herdershond (lang- of korthaar) – Lassie *
Shetland Sheepdog – Sheltie *
Corgi *
Zwitserse Witte Herdershond
Toen bleek dat geïmporteerde herdershondenrassen niet voldeden bij het naar de markt drijven van vee, besloten Australische boeren zelf een hond te ontwikkelen. Aan de wieg van de Australian Cattledog hebben gestaan: Bull Terriër, Dalmatische Hond, Kelpie, Red Deer Dingo en de blue merle Collie. Het resultaat is een echte werkhond waarover de Australiërs zeggen: “hij eet alles wat hem niet eerst opeet”. |
Een stoere, gedrongen werkhond, symmetrisch gebouwd met krachtige, goed gespierde voor- en achterhand. De ondervacht is kort en dicht. De bovenvacht is tamelijk kort, recht en weerbestendig. De Australian Cattle Dog is blauw gespikkeld, al dan niet met roestbruin, met zwarte of blauwe aftekeningen of rood gespikkeld al dan niet met donkerrode aftekeningen.
De schofthoogte van de Australian Cattle Dog ligt tussen 40 cm en 50 cm. Het gewicht varieert van 15 kg tot 20 kg.
Termen die het karakter van dit ras beschrijven zijn onbevreesd, moedig, vastberaden, steeds alert, zeer schrander, blaft weinig, enorme plichtsbetrachting, trouw. Ze hebben een instinctieve neiging tot het beschermen van zijn baas en diens eigendommen en zijn wantrouwend tegenover vreemden. Door het ingekruiste Dingobloed zijn zij iets wild. |
Deze hond komt niet uit Australië, maar is in de Verenigde Staten ontwikkeld als veelzijdige herdershond voor op de farms en de uitgestrekte ranches. De Aussie is een gelijkmatige, vriendelijke hond met een groot uithoudingsvermogen en sterke hoed- en drijfinstincten. |
Een alerte, levendige verschijning die soepel beweegt en snel kan wenden. Hij is iets langer dan hoog. Hij kan geboren worden met een een korte of ingekorte staart. In het verleden werd de staart gecoupeerd, dit is nu in België verboden. De vacht bestaat uit een dikke ondervacht met daarboven halflang steil of licht gegolfd haar. De toegestane kleuren zijn blue merle, black, red-merle en red, allemaal met of zonder witte of koperkleurige aftekeningen. De schofthoogte van de Australian Shepherd ligt tussen de 45 cm en 60 cm. Het gewicht varieert van 15 kg tot 30 kg. |
Leergierig, slim en intelligent, waaks, alert, wat terughoudend naar vreemden. Gehecht en trouw aan zijn gezin. Zeer evenwichtig. De Australian Shepherd is een gedreven werkhond die door sommigen een echte workaholic genoemd wordt. Deze hond wordt bijzonder vervelend als hij niets te doen heeft.
De Beardie lijkt weinig op de andere Schotse Herdershond, de Collie. Vermoedelijk behoort de Polski Owczarek Nizinny tot zijn voorouders. In de 16e eeuw kwam deze Poolse veedrijver met schapentransporten mee naar Schotland. De herders waren verrukt van het werken van de Nizinny en ruilden enkele schapen tegen een paar honden. |
Een slanke, levendige hond met een lange vacht. De Beardie mag niet zwaar zijn, of te rank. Hij is langer dan hoog, maar er moet voldoende licht onderdoor komen. Een dubbele vacht waarbij de bovenvacht lang, hard en recht is en de ondervacht zacht en wollig. Een goede vachtverzorging is veel werk; houd daar rekening meer. Dagelijks borstelen om ongerechtigheden en klitten te verwijderen wordt aanbevolen. Voorkomende kleuren zijn: alle tinten grijs en bruin – zandkleurig, leikleurig, zwart, roodachtig bruin – al dan niet met witte aftekeningen. De schofthoogte van de Bearded Collie ligt tussen de 50 cm en 55 cm. Het gewicht varieert van 18 kg tot 26 kg. |
Actief, attent, vrolijk, soms uitgelaten, blaft graag en veel, lief, aanhankelijk, leergierig, intelligent met een groot aanpassingsvermogen. Hij heeft een zachte hand van opvoeden nodig om het open en opgewekte karakter te behouden.
De Belgische herdershond komt van oorsprong uit verschillende regio’s in België. Hij werd gebruikt bij de schapenkudden. Toen er steeds minder schapen waren, werd de hond ingezet voor andere taken, zoals waken, verdedigen, speuren, etc. Zo werd het een gebruikshond die je op veel verschillende manieren kunt inzetten. Aanvankelijk waren er grote verschillen tussen de honden. Tegenwoordig onderscheiden we 4 variëteiten: de Groenendaeler, de Laekense herder, de Mechelse herder en de Tervuerense herder. Ze verschillen van elkaar door kleur en vachtsoort. |
De Belgische Herder is een vierkant gebouwde hond, die door zijn harmonische verhoudingen en zijn fier gedragen hoofd de indruk moet geven van sierlijke kracht. De gewenste hoogte is gemiddeld 62 cm voor de reuen en 58 cm voor de teven. De Groenendaeler is langharig en helemaal zwart. Hij mag een klein beetje wit op de voorborst en de tenen hebben. Samen met de wollige ondervacht biedt de dichte beharing een uitstekende beschutting tegen weersveranderingen. Het haar van de Groenendaeler is kort op het hoofd, aan de buitenkant van de oren en het onderste van de ledematen. De achterzijde van de onderarm vormt daarop een uitzondering: die is van de elleboog tot aan de pols bedekt met lange haren, die we ‘franjes’ noemen. Het haar is lang en vlak aanliggend over de rest van het lichaam. Rond de hals en op de voorborst is het haar langer en overvloedig en vormt het een ‘halskraag’ en een ‘borstveer’ of ‘bef’. De achterzijde van de dijen is bekleed met zeer lang en overvloedig haar, dat de ‘broek’ vormt. De staart is rijkelijk bedekt met lang en haar en vormt een ‘veer’ of ‘pluim’. |
De Belgische Herder is een waakzame en actieve hond, bruisend van vitaliteit en altijd bereid om tot actie over te gaan. Dit maakt hem uitermate geschikt voor de meeste hondensporten. Het is een gevoelige hond, die je met begrip en met zachte, maar consequente hand moet opvoeden. Door zijn aangeboren ‘will to please’ is hij zeer goed trainbaar en kan een hoge mate van gehoorzaamheid
bereiken. Veel Belgische herders bezitten nog hun natuurlijke aanleg tot het drijven van de kudde.
De Belgische herder is gehecht aan zijn mensen en bemoeit zich graag met alles wat in huis gebeurt. Zijn gevoelige aard, gepaard aan zijn drang tot bewegen, wordt vaak onterecht als nervositeit gezien. Bij een goede socialisatie, voldoende beweging en uitdaging, zal de Belgische herder een fijne, rustige huisgenoot zijn.
De verzorging van de Groenendaeler vergt niet al teveel tijd. Ze hebben regelmatig een borstelbeurt nodig. Hoe vaak dit moet, is afhankelijk van de kwaliteit van de vacht en de rui. Sommige vachten klitten vaker dan andere. Vooral gesteriliseerde of gecastreerde honden krijgen vaak zeer overvloedig en wat droog haar. Groenendaelers verharen doorgaans tweemaal per jaar en zorgen dan voor flink wat haren in huis.
De Belgische herdershond komt van oorsprong uit verschillende regio’s in België. Hij werd gebruikt bij de schapenkudden. Toen er steeds minder schapen waren, werd de hond ingezet voor andere taken, zoals waken, verdedigen, speuren, etc. Zo werd het een gebruikshond die je op veel verschillende manieren kunt inzetten. Aanvankelijk waren er grote verschillen tussen de honden. Tegenwoordig onderscheiden we 4 variëteiten: de Groenendaeler, de Laekense herder, de Mechelse herder en de Tervuerense herder. Ze verschillen van elkaar door kleur en vachtsoort. |
De Belgische Herder is een vierkant gebouwde hond, die door zijn harmonische verhoudingen en zijn fier gedragen hoofd de indruk moet geven van sierlijke kracht. De gewenste hoogte is gemiddeld 62 cm voor de reuen en 58 cm voor de teven. De Mechelse herder is kortharig met een zwart masker, de kleur is zwart-gevlamd vaalros (fauve-charbonné). Gevlamd of charbonné wil zeggen dat er haren zijn met zwarte uiteinden, waardoor de grondkleur wordt beschaduwd. Hij mag een klein beetje wit op de voorborst en de tenen hebben. Samen met de wollige ondervacht biedt de dichte beharing een uitstekende beschutting tegen weersveranderingen. Het haar is zeer kort op het hoofd, aan de buitenkant van de oren en het onderste van de ledematen. Het is kort op de rest van het lichaam en voller aan de staart en rond de hals, waar het een halskraag vormt. Deze halskraag begint bij de ooraanzet en loopt door tot de keel. Bovendien is de achterzijde van de dijen met langere haren bevederd. De staart lijkt op een korenaar maar vormt geen staartveer |
De Belgische Herder is een waakzame en actieve hond, bruisend van vitaliteit en altijd bereid om tot actie over te gaan. Dit maakt hem uitermate geschikt voor de meeste hondensporten. Het is een gevoelige hond, die je met begrip en zachte, maar consequente hand moet opvoeden. Door zijn aangeboren ‘will to please’ is hij zeer goed trainbaar en kan een hoge mate van gehoorzaamheid bereiken. Veel Belgische herders bezitten nog hun natuurlijke aanleg tot het drijven van de kudde. Met name de kortharige variant, zoals de Mechelse herder, is geschikt als werkhond. Bij de Mechelse herder zijn er fokkers die vooral op werkeigenschappen fokken en met name het bijtwerk. De sterk aanwezige werkdrift die bij de Mechelaar vaak nog aanwezig is, maakt hem niet voor iedereen geschikt. De Belgische herder is gehecht aan zijn mensen en bemoeit zich graag met alles wat in huis gebeurt. Zijn gevoelige aard, gepaard aan zijn drang tot bewegen, wordt vaak onterecht als nervositeit gezien. Bij een goede socialisatie, voldoende beweging en uitdaging, zal de Belgische herder een fijne, rustige huisgenoot zijn. |
De verzorging van de Mechelse herder vergt niet al teveel tijd. Ze hebben regelmatig een borstelbeurt nodig. Hoe vaak dit moet, is mede afhankelijk van de rui. Mechelse herders verharen doorgaans tweemaal per jaar en ondanks hun korte vacht zorgen ze dan voor flink wat haren in huis. |
De Belgische herdershond komt van oorsprong uit verschillende regio’s in België. Hij werd gebruikt bij de schapenkudden. Toen er steeds minder schapen waren, werd de hond ingezet voor andere taken, zoals waken, verdedigen, speuren, etc. Zo werd het een gebruikshond die je op veel verschillende manieren kunt inzetten. Aanvankelijk waren er grote verschillen tussen de honden. Tegenwoordig onderscheiden we 4 variëteiten: de Groenendaeler, de Laekense herder, de Mechelse herder en de Tervuerense herder. Ze verschillen van elkaar door kleur en vachtsoort
De Belgische Herder is een vierkant gebouwde hond, die door zijn harmonische verhoudingen en zijn fier gedragen hoofd de indruk moet geven van sierlijke kracht. De gewenste hoogte is gemiddeld 62 cm voor de reuen en 58 cm voor de teven. De Tervuerense herder is langharig met een zwart masker. De kleur is zwart-gevlamd vaalros (fauve-charbonné) of zwart-gevlamd grijs (gris-charbonné). Gevlamd of charbonné wil zeggen dat er haren zijn met zwarte uiteinden, waardoor de grondkleur wordt beschaduwd. De kleur van de Tervuerense herder kan variëren van donker roodbruin naar licht roodbruin, en van staalgrijs tot en met allerlei beigetinten. Hij mag een klein beetje wit op de voorborst en de tenen hebben. Samen met de wollige ondervacht biedt de dichte beharing een uitstekende beschutting tegen weersveranderingen.
Het haar van de Tervuerense herder is kort op het hoofd en aan de buitenkant van de oren en het onderste van de ledematen. De achterzijde van de onderarm, die van de elleboog tot aan de pols loopt, is bedekt met lange haren, die ‘franjes’ worden genoemd. Het haar is lang en vlak aanliggend over de rest van het lichaam. Rond de hals en op de voorborst is het haar langer en overvloedig en vormt het een ‘halskraag’ en een ‘borstveer’ of ‘bef’. De achterzijde van de dijen is bekleed met zeer lang en overvloedig haar, dat de ‘broek’ vormt. Ook de staart is bedekt met lang en overvloedig haar dat een ‘veer’ of ‘pluim’ vormt. |
De Belgische Herder is een waakzame en actieve hond, bruisend van vitaliteit en altijd bereid om tot actie over te gaan. Dit maakt hem uitermate geschikt voor de meeste hondensporten. Het is een gevoelige hond, die je met begrip en een zachte, maar consequente hand moet opvoeden. Door zijn aangeboren ‘will to please’ is hij zeer goed trainbaar en kan een hoge mate van gehoorzaamheid bereiken. Veel Belgische herders bezitten nog hun natuurlijke aanleg tot het drijven van de kudde.
De Belgische herder is gehecht aan zijn mensen en bemoeit zich graag met alles wat in huis gebeurt. Zijn gevoelige aard, gepaard aan zijn drang tot bewegen, wordt vaak onterecht als nervositeit gezien. Bij een goede socialisatie, voldoende beweging en uitdaging, zal de Belgische herder een fijne, rustige huisgenoot zijn. |
De verzorging van de Tervuerense herder vergt niet al teveel tijd. Ze hebben regelmatig een borstelbeurt nodig. Hoe vaak dit moet, is mede afhankelijk van de kwaliteit van de vacht en de rui. Sommige vachten klitten vaker dan andere. Vooral gesteriliseerde of gecastreerde honden krijgen vaak zeer overvloedig en wat droog haar. Tervuerense herders verharen doorgaans tweemaal per jaar en zorgen dan voor flink wat haren in huis.
De oorsprong van de Border Collie ligt in de grensstreek tussen Engeland en Schotland. Tijdens het werken is zijn unieke stijl te zien zoals het karakteristieke sluipen evenals het aangeboren “eye” waarmee de hond de schapen een bepaalde kant uit dwingt. De Border mag tijdens het drijven niet in de hakken of de wol van de schapen happen of blaffen. Bij koeien, paarden of geiten mag dat wel. |
Een atletische, gespierde verschijning die harmonisch en sierlijk is gebouwd. De hond is rank en oogt toch stevig. Hij maakt de indruk over een groot uithoudingsvermogen te beschikken. Er zijn twee soorten vachten: kortharig en matig lang. Bij beide is de ondervacht dicht en zacht, de bovenvacht is dicht en middelmatig hard. Bij de halflange variëteit zijn de kraag, broek en staart overvloedig bevederd. Alle kleuren zijn toegestaan, maar wit mag nooit overheersen. De schofthoogte van de Border Collie is ongeveer 55 cm. Het gewicht varieert van 15 – 20 kilo. |
Zeer intelligent, zeer gevoelig, veelzijdig, initiatiefrijk, levendig, alert, met scherpe instincten, leert graag en gehoorzaamt goed. Deze hond moet consequent opgevoed worden. Voor zijn training is hondenkennis nodig evenals het kunnen werken op basis van wederzijds respect. |
De Duitse Herdershond is in Duitsland eind 19e eeuw tot stand gekomen door het samenvoegen van uit verschillende streken afkomstige typen honden. Al deze typen honden waren werkzaam bij de schaapskuddes. Het was voornamelijk Rittmeister Max von Stephanitz die veel energie stak in het creëren van wat al snel een zeer veelzijdig gebruikshondenras werd. |
De Duitse Herdershond is een middelgrote herdershond met een anatomische opbouw die hem in staat stelt om urenlang te draven. Oorspronkelijk was hij voornamelijk wolfsgrauw, maar al snel werd de zwart met bruine kleurslag populair. Ook zwart is een toegestane kleur. De Duitse Herdershond bestaat in een langstokhaar en een kortstokhaar versie. |
Als werkhond bij uitstek is hij in staat om vele taken te verrichten. Hierbij is hij de mens op velerlei terreinen dienstbaar. Boven alles blinkt hij uit als sociale gezinshond die zich uitstekend aanpast en makkelijk te verzorgen is. Wel moet je hem voldoende beweging geven en er voor waken dat hij niet te zwaar wordt. |
Het ras kenmerkt zich door een stokharige vacht en verhaart doorgaans tweemaal per jaar. Daarbij laat de onderwol snel los. Met enkele borstelbeurten komt de vacht snel weer in conditie. De langstokharige variëteit heeft iets meer vachtverzorging nodig.
De Miniature American Shepherd, ook Mini Aussie genoemd, ziet eruit als een kleine variant van de Australian Shepherd. Ondanks zijn kleine formaat, is de Miniature American Shepherd en echte herdershond. |
De toegestane vachtkleuren zijn black, blue merle, red en red merle. Reuen behoren een schofthoogte te hebben van 36 – 46 cm en teven hebben een schofthoogte van 33 – 43 cm. |
De Miniature American Shepherd is een energieke, pientere, gemotiveerde werker en een loyale, levendige hond. De Miniature heeft veel van de eigenschappen van zijn voorvader, de Australian Shepherd, behouden maar is een slag kleiner.
De Miniature American Shepherd heeft een dubbele vacht, met een wollige, dikke ondervacht en een bovenvacht die bestaat uit lang, recht haar. Het ras verhaart sterk en doorgaans twee keer per jaar. Wekelijks borstelen zal helpen om vuil en losse haren te verwijderen. |
Het ras is aan het eind van de 19e eeuw spontaan ontstaan in Hongarije. Hij werd als jachthond gebruikt, vooral voor de jacht op wilde zwijnen, maar ook als herdershond voor groot vee en waakhond in het algemeen. Tegenwoordig ziet men hem steeds vaker als gezinshond. |
Een middelgrote hond met een oplettend en levendig karakter. Het voorkomen hoofd is vrij smal, zijn oren staan rechtop en zijn beweeglijk. De Mudi beweegt zich snel. Het haar op het hoofd en de benen is glad en kort. Op de rest van het lichaam is de vacht glanzend, halflang en krullend. De Mudi komt voor in diverse kleuren: zwart, wit,bruin, ash kleur en blue-merle. De schofthoogte van de Mudi ligt tussen de 35 cm en 50 cm. Het gewicht varieert van 8 kg tot 13 kg. |
Opgewekt, attent, zeer leergierig, stoer, zeer moedig. De veelzijdige Mudi werkt graag en is gemakkelijk op te voeden. Mudi-eigenaren vinden het een hond uit duizenden vanwege zijn vriendelijkheid en zijn rijke arsenaal aan talenten. |
Deze taaie herdershondjes worden tot op de dag van vandaag gebruikt in de Pyreneeën. In nauwe samenwerking met de herder begeleiden zij de schapen naar de stukken die begraasd moeten worden. Ze zijn daarbij van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat in touw. Vaak werkten bij een kudde zowel Pyreneese Herdershonden voor het hoeden en drijven als Pyreneese Berghonden voor de bewaking. |
Een vrij kleine, licht gebouwde, maar zeer atletische en wendbare hond met een weerbestendige vacht. De rijke beharing is lang of halflang en golft licht. De voorkeur gaat uit naar een vacht die het midden houdt tussen schapenwol en geitenhaar.
De schofthoogte van de Pyreneese Herdershond à poil long ligt tussen de 40 cm en 50 cm. Het gewicht varieert van 8 tot 15 kilo. |
Waakzaam, attent, intelligent, sober, gehard, levendig en onvermoeibaar. Terughoudend, soms wantrouwend naar vreemden, zeer toegewijd aan het gezin, blaft graag en veel. Hij kan slecht tegen alleen zijn. |
Hoewel de oorsprong van het Schipperke niet helemaal duidelijk is, is wel bekend dat de bakermat in de Vlaamse provincies Antwerpen en Belgisch Brabant gezocht moet worden. De eerste vermelding over het ras is te vinden in een kroniek uit de XVe eeuw van een Brusselse monnik met de naam Wenseslaus. Hij schrijft daarin over een staartloze hond die door leden van de ambachtsgilden als huishond gehouden werd. In de middeleeuwen en ook daarna was het Schipperke vooral te vinden in de huizen van de zogenaamde kleine lieden, met name bij de schoenmakers en beenhouwers. Volgens de beschrijving hielden zij er een betrekkelijk kortharig, klein zwart hondje op na. De eigenaren waren erg trots op hun honden en sierden ze met speciaal gemaakte halsbanden. Er bestond zelfs een ware strijd welke hond daar nu wel de mooiste van droeg. |
Het Schipperke is een van de kleinste herdershonden. Alleen de zwarte kleur is erkend. De vacht is stokharig en voelt stug aan. De grootte varieert van 3 tot 8 kilogram. Aanvankelijk waren er drie verschillende types: het Leuvense type, het Brusselse type en het Antwerpse type. Het Antwerpse type zat qua verschijningsvorm tussen het Leuvense en Brusselse type is en kreeg de voorkeur.
De rasstandaard is dan ook gebaseerd op het Antwerpse type. Over het formaat van het Schipperke kon men het niet eens worden. Daarom zijn daar in de loop van de tijd nogal eens veranderingen in aangebracht. Nu is de officiële gewichtsindeling dat de kleine soort tussen 3 en 5 kg weegt en de grote soort tussen 5 en 8 kg. Wordt in België en ook in Frankrijk strikt de hand gehouden aan deze gewichtsindeling op tentoonstellingen, in Nederland wordt daar al sinds 1945 geen enkele rekening meer mee gehouden. Het Schipperke geniet een goede gezondheid en leeftijden van meer dan 15 jaar zijn geen uitzonderingen. |
Het Schipperke is klein van formaat, maar zijn gedrag is niet minder dan van een grote herder. Hij is zichzelf niet bewust van zijn formaat. Het hoeden zit nog in vele hondjes. Je ziet dit ook als het gezin waarin hij leeft op pad wil gaan; hij probeert dan de “kudde” bij elkaar te houden. Zijn er kleine kinderen in het gezin, dan zal hij daar altijd partij voor trekken indien nodig. Voor behendigheid is hij door zijn wendbaarheid en snelheid bijzonder geschikt
Het onderhoud van een Schipperke is heel eenvoudig en vraagt geen extra inspanning. Geef hem een borstelbeurt tijdens het verharen. Het eten is wel een gebeuren waar het Schipperke naar uitziet. |
Al in de vorige eeuw werd de Collie als tentoonstellingshond gebruikt, maar zijn grootste bekendheid heeft hij gekregen door de tv-serie Lassie. |
De Collie maakt een waardige, intelligente indruk waarbij een totale harmonie domineert. Zijn voornaamste kenmerk is zijn expressieve hoofd dat perfectie en een zekere mystieke ondoorgrondelijkheid uitdrukt. De zachte, iets schuin geplaatste ogen en de fraaie tip-oren dragen hier zeker toe bij.
De Collie komt voor in de bekende “sable” kleur die varieert van lichtgoud tot diep mahonie, tricolor en blue merle. Witte typische Collie-aftekeningen zoals de kraag zijn toegestaan. Er zijn zowel langharige als kortharige Collies.
De schofthoogte van de Collie ligt tussen de 51 cm en 61 cm. Het gewicht varieert van 18 kg tot 29,5 kg. |
De Collie is een vrolijke, energieke en waakse hond die zeer gehecht is aan zijn eigen mensen. Begrippen als werkwillig, sociaal, lief, beschermend, attent, gevoelig en slim zijn allemaal van toepassing. Hij kan prima bij andere huisdieren en (kleine) kinderen.
Dieren afkomstig van de Shetland-eilanden zijn wel vaker klein: de pony’s, de schapen en ook de hondjes die de kuddes moesten hoeden. Dat was immers goedkoper dan een grotere hond en natuurlijke vijanden waren er niet op de eilanden. Over de oorsprong van de Sheltie tast men in het duister. Een inheems veedrijvertje en later de Schotse Herdershond hebben in ieder geval bijgedragen tot het ras. |
Een Sheltie doet denken aan een miniatuur Collie. Het is een sierlijke schoonheid met symmetrische belijning zodat alle delen harmonieus bij elkaar passen. De vriendelijke, attente uitdrukking en de overvloedige vacht completeren dit beeld.
De ondervacht is dik, zacht en kort; de bovenvacht bestaat uit lang, recht en hard haar. De Sheltie komt voor in de volgende kleuren: sable (tussen licht goudkleurig en mahonie in met of zonder zwarte haarpunten), driekleur, blue merle en zwart-wit of zwart-bruin. Witte aftekeningen kunnen voorkomen op de bles, kraag, borst, benen en staartpunt.
De schofthoogte van de Shetland Sheepdog ligt tussen de 35 cm en 40 cm. Het gewicht varieert van 5 kg tot 10 kg |
Actief, vrolijk, oplettend, vriendelijk, trouw aan de baas en diens gezin, gereserveerd naar vreemden, zeer intelligent, werkt graag. Gevoelig van aard, ongeschikt voor harde bejegening, hebben behoefte aan gezelschap. Shelties zijn waaks, en daarbij soms luidruchtig. |
Deze corgi is afkomstig uit de streek Cardiganshire in Wales. Corgi`s zijn gefokt voor het drijven van vee, voornamelijk koeien. Ze dwingen respect af bij de koeien door hen in de hakken en de neus te bijten, dit is het zogenaamde “heelen”. De lage bouw van deze kortbenige herdershond komt goed van pas bij het ontwijken van achteruit trappende koeien. De Pembroke is een favoriet van het Britse koninklijk huis. De Cardigans en de Pembrokes worden als twee verschillende rassen gezien. |
Een laagbenige stevige herdershond die stoer en beweeglijk is en een groot uithoudingsvermogen bezit. Het silhouet is lang in verhouding tot de hoogte en eindigt in een vossenstaart, die in het verlengde van het lichaam is aangezet. Levendige (alerte) uitdrukking.
Kort of middellang, van een harde structuur. Bestand tegen alle weersomstandigheden, met een goede ondervacht. Bij voorkeur recht. Elke kleur is toegestaan, met of zonder witte aftekeningen, doch het wit mag niet overheersen. De schofthoogte van de Welsh Corgi Cardigan ligt rond de 30 cm. Het gewicht varieert van 15 kg tot 20 kg.
De schofthoogte van de Welsh Corgi Pembroke ligt tussen de 25 cm en 30 cm. Het gewicht varieert van 10 kg tot 12 kg. |
De Cardigan is levendig en actief maar ook waaks. Hij is intelligent en leert graag. Is hij aan het werk tussen de koeien is hij gehard en moedig. Een Cardigan heeft normale beweging nodig en is daarna in huis vrij rustig. Hij heeft veel uithoudingsvermogen en is trouw aan zijn gezin. De Cardigan heeft een apart gevoel voor humor. Is de Cardigan eenmaal volwassen dan is hij geschikt voor veel onderdelen in de hondensport zoals Gedrag en Gehoorzaamheid, behendigheid en speuren. Als reuen de gelegenheid wordt gegeven om de “baas” in huis te worden dan zullen ze dit niet laten. Een vriendelijke, maar consequente opvoeding is aanbevolen.
De Pembroke kan goed bij kinderen mits hij met respect behandeld wordt. Hij is gehecht aan zijn gezin.